I.v.m. de nachtvorst niet meer gemetseld op de bouw. Alvast kalkzandstenen op maat gemaakt, de laatste draadjes van het ijzervlechten aangebracht en stenen klaar gezet. Als de nachtvorst weg is kunnen we gelijk beginnen met metselen. De tent was vandaag droog dus de kans de twee scheuren te plakken. De tent opengezet zodat alles kan drogen want het is wel vochtig en dat is aan het opgeslagen hout te zien.
Ben tot de ontdekking gekomen dat er binnen het Solar Heating & Cooling programme (SHC) van het International Energy Agency een zogenaamde Task (32) loopt “Advanced Storage Concepts for Solar and Low Energy Buildings”. Ik heb nog niet alles doorgelezen maar Subtask C: Phase Change materials en mogelijk Subtask A: Evaluation and Dissemination zijn interesant. Alles is te lezen op http://www.iea-shc.org/task32/
Dit zijn de publicaties die er gemaakt zijn.
General on Task 32
Thermal Energy Storage for Solar and Low Energy Buildings, State of the Art
June 2005: Editor: Jean-Christophe Hadorn, 170 pages
ISES Conference 2005, Poster Presenting IEA SHC Task 32
August 2005: Editor: Chris Bales, 1 page
Ecostock Conference 2006, Paper Presenting the Work of IEA SHC Task 32
June 2006: Jean-Christophe Hadorn, 9 pages
Subtask A: methods and evaluation of concepts
The Extended FSC Procedure for Larger Storage Sizes
December 2007, A1: Editor: Thomas Letz, 19 pages
The Reference Heating System, the Template Solar System
May 2007, A2: Richard Heimrath, Michel Haller, 55 pages
Subtask B: Chemical and sorption storage
Chemical and Sorption Storage – Selection of Concepts
May 2005, B1: Editor: Chris Bales, 23 pages
Thermal Properties of Materials for Thermo-chemical Storage of Solar Heat
May 2005, B2: Editor: Chris Bales, 18 pages
Laboratory Prototypes of Thermo-Chemical and Sorption Storage Units
June 2007, B3: Editor: Chris Bales, 34 pages
Subtask C: Phase Change materials
Storage Based on Phase Change Materials (PCM) – Selection of Concepts
February 2005, C1: Editor: Wolfgang Streicher, 13 pages
Inventory of Phase Change Materials (PCM)
February 2005, C2: Editor: Wolfgang Streicher, 32 pages
Laboratory Prototypes of PCM Storage Units
May 2007, C3: Editor: Wolfgang Streicher, 42 pages
Subtask D: Water storage
Legionella in Combisystems Tanks
May 2005: Editor: Luisa F. Cabeza, 16 pages
Simulation and Optimization of the Maxlean System
September 2007: Robert Haberl, Peter Vogelsanger, Thomas Letz, 71 pages
Zoninstralingkaarten van de benelux en Europa op het forum gezet. http://www.nulwoningforum.nl/index.php?topic=42&category=4
Vandaag was er een bijeenkomst van het ACT. Voor mij een gelegenheid om te netwerken.
Afgelopen weekeinde was het te koud met nachtvorst om door te gaan met de bouw. Verder is mijn gewone werk weer begonnen dus door de weeks werken aan de bouw is er even niet bij.
Impuls voor duurzame energie 31-01-2008 | persbericht | onderwerp: Duurzame energie
Windmolens op land, zonne-energie, biogasproductie, kleinschalige biomassa met uitzondering van vloeibare biomassa en Warmte Kracht Koppeling (WKK) zijn de categorieën die bij de openstelling van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) – naar verwachting per 1 april a.s.- voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen.
Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken heeft in een brief aan de Tweede Kamer met als bijlagen drie Ministeriële regelingen de verwachte subsidietarieven per categorie bekendgemaakt. Deze tarieven zijn gebaseerd op een inschatting van de ontwikkeling van de elektriciteits- en / of gasprijs en kunnen aan de hand van de feitelijke ontwikkeling van die elektriciteits- en /of gasprijs worden bijgesteld. Hiermee wordt flexibel op marktontwikkelingen ingespeeld en oversubsidiëring voorkomen.
De subsidietarieven zijn: Wind op land: 2,8 eurocent per kiloWattuur (kWh) Kleinschalige zon-pv installaties: 33 eurocent per kWh Biogasproductie: 7 eurocent per kubieke meter
Verbranding van vaste biomassa, vergisting van GFT en mest-covergisting: 5,3 eurocent per kWh.
De hoogte van de subsidietarieven is afgeleid van de door ECN vastgestelde onrendabele top, ofwel het verschil in kostprijs tussen fossiele en deze duurzame energieproductie. Voor WKK moet de onrendabele top nog worden vastgesteld. Voor enkele categorieën op het terrein van biomassaverbranding is voor 2008 geen onrendabele top voorzien, waardoor het subsidietarief vooralsnog op nul is gesteld.
In haar brief aan de Tweede Kamer beargumenteert minister Van der Hoeven haar keuze voor deze subsidiabele categorieën aan de hand van drie criteria: kosteneffectiviteit, toekomstperspectief en innovativiteit. Er wordt stevig ingezet op de op dit moment meest kosteneffectieve optie wind op land. Dit jaar zal er voor 500 Megawatt (Mw) aan nieuw windvermogen subsidiabel wordt gesteld. Dit zijn al gauw 200 tot 300 nieuwe windturbines. Dit is een belangrijke stap op weg naar de doelstelling van 2000 Mw nieuw windvermogen op land in deze kabinetsperiode, zoals die in het werkprogramma Schoon en Zuinig is opgenomen. De opties zon-pv en wind op zee scoren hoog op toekomstperspectief en innovatief vermogen. Zon-pv wordt in 2008 voor 10 Mw gestimuleerd. De bedoeling hiervan is het lerend implementeren op gang te brengen. Het vermogen van 10 Mw correspondeert met ongeveer 5000 tot 10.000 zonne-energie systemen op woningen per jaar, bestaande uit enkele 10-tallen zonnepanelen per dak (woning). Per woning is dit voldoende voor ongeveer de helft van het elektriciteitsverbruik.
Voor wind op zee geldt een doelstelling van 450 Mw extra gedurende deze kabinetsperiode. Er zijn afspraken gemaakt die er toe leiden dat in 2009 nieuwe vergunningen voor wind op zee kunnen worden verleend. Om deze reden is de categorie wind op zee nog niet opengesteld voor dit jaar, maar dat zal wel voor 2009 gebeuren. Voor biomassa-opties speelt de discussie over duurzaamheid een belangrijke rol. Omdat er nog geen voldoende uitgewerkt certificeringsysteem bestaat, heeft minister Van der Hoeven ervoor gekozen vloeibare biomassa uit te sluiten.
Zoals de minister in een brief aan de Tweede Kamer van november vorig jaar al heeft vermeld, zullen de beschikbare middelen voor de SDE oplopen van 10 miljoen euro in 2008 tot 336 miljoen structureel in 2014. In totaal bedraagt het budget over deze periode bijna 1,4 miljard Euro. Daarvan wordt, gezien de systematiek van de regeling waarbij langjarige zekerheid voor potentiële investeerders voorop staat, op kasbasis in de eerste jaren het minste uitgegeven. De SDE kent per categorie een subsidieplafond. De subsidieplafonds zullen daarbij hoger liggen dan de jaarlijks beschikbare bedragen.
Subsidie-aanvragen die aan de criteria voldoen, zullen in volgorde van binnenkomst worden behandeld. De Ministeriële regelingen zullen in hun definitieve vorm in maart worden gepubliceerd in de Staatscourant. SenterNovem zal de SDE uitvoeren.
Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon 0800-8051, e-mail: ezinfo@postbus51.nl Voor journalisten: Jan van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379 60 73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl
Recente reacties